Badminton is een sociale sport waarbij conditie, strategie en techniek bij elkaar komen.
Benodigdheden
Sportkleding
Aangezien badminton een binnensport is zijn shirts zonder mouwen en korte sportbroeken/-rokjes gebruikelijk. Ook zijn zaalsportschoenen vereist (zwarte zolen zijn niet toegestaan) en eventueel sportsokken. Voor lange haren is een haarelastiekje altijd handig. Ingeval van een competitiewedstrijd of een toernooi is het raadzaam om een trainingsbroek en een vest/trui mee te nemen voor tussen de wedstrijden door. Eens in de zoveel tijd is het mogelijk om clubkleding te bestellen.
Een badmintonracket en shuttle
Mocht je nog geen badmintonracket hebben dan kun je er eentje lenen van de vereniging. Een badmintonracket hoeft niet duur te zijn! Voor een beginnende speler voldoet veelal een racket van rond de 30 euro. Let bij het kopen van een badmintonracket op het gewicht van het racket en de flexibiliteit van het racket en vooral op hetgeen jij lekker vindt spelen.
Badmintonrackets zijn aan slijtage onderhevig. Eens in de zoveel tijd is het nodig om het racket opnieuw te laten bespannen. Hoe vaak hangt af van de speler. Je racket opnieuw laten bespannen kan bij veel sportwinkels. Of misschien kan iemand op de vereniging iemand aanbevelen. Verder is het gripje wat het handvat van het badmintonracket bedekt aan slijtage onderhevig. Gripjes zijn verkrijgbaar bij veel sportwinkels.
Shuttles worden verzorgd door de vereniging. Voor jeugdleden zijn de shuttles te vinden in de kast. Senioren hebben ieder een eigen koker (vraag op de vereniging). Voor plastic shuttles worden geen extra kosten berekend, de kosten hiervoor zit in de jaarlijkse contributie. Voor verenshuttles moet wel worden bijbetaald. Onze plastic shuttles zijn de Yonex Mavis 300 en onze verenshutles zijn de Yonex Aerosens 30.
Resterend
Naast bovengenoemde benodigdheden heb je natuurlijk een of meerdere tegen- en medespelers nodig en een badmintonveld! Verder is een bidon of flesje voor water altijd handig.
De spelregels
Het speelveld
Het veld wordt in tweeën verdeeld door een net op 1,55m hoogte. Bij een enkelspel moet gekeken worden naar de binnenste zijlijnen en de buitenste achterste lijnen. Het veld bij een enkelspel is dus ‘lang en smal’. Bij een dubbelspel moet gekeken worden naar alle buitenste lijnen.
Beide kanten van het veld zijn verdeeld in twee serveervakken. Een service moet altijd in het diagonale serveervak terecht komen. Het serveervak bij een enkelspel is tussen de voorste lijn, de middenlijn, de binnenste zijlijn en de buitenste achterlijn. Het serveervak bij een dubbelspel is tussen de voorste lijn, de middenlijn, de buitenste zijlijn en de binnenste achterlijn.
Toss
Voorafgaand aan de wedstrijd wordt er geloot wie mag beginnen. Dit gebeurt met een toss. De shuttle wordt omhoog gegooid, de kant waarnaar de dop van de shuttle wijst mag kiezen tussen de volgende twee opties:
- Als eerst serveren. In dit geval mag de tegenpartij kiezen aan welke kant zij de wedstrijd wil(len) beginnen. Of;
- Een kant van het veld kiezen waar zij de wedstrijd wil(len) beginnen. In dit geval mag de tegenpartij als eerst serveren.
Serveren
De partij die de wedstrijd mag beginnen of een punt heeft gemaakt moet serveren. Wanneer de serverende partij een even aantal punten heeft, moet vanaf het rechter serveervak worden geserveerd (bijv. bij een stand van 0-0, 4-2 en 8-5). Wanneer de serverende partij een oneven aantal punten heeft, moet vanaf het linker serveervak worden geserveerd (bijv. bij een stand van 1-0, 3-1 en 7-4).
Een service moet aan een aantal vereisten voldoen :
- De service moet binnen de lijnen van het diagonale serveervak terecht komen (zie hierboven);
- De service moet onderhands geslagen worden (het racketblad wijst naar beneden). Bij een backhand service moet de shuttle onder de middel van de serveerder zijn bij uitvoering van de slag;
- De serveerder mag niet op of tegen de lijnen staan;
- De serveerder moet met beide voeten op de grond staan (en moet dus stilstaan).
Er is maar één service kans. Wanneer de service fout is dan krijgt de tegenpartij een punt en gaat de service over. Indien de shuttle op de grond valt zonder dat de shuttle is geraakt door het racket van de serveerder, dan is dit géén service fout. Er mag dan wel opnieuw worden geserveerd.
De puntentelling
Een badmintonwedstrijd bestaat uit 2 of 3 sets. Wie het eerst 2 sets heeft gewonnen wint de wedstrijd. Elke set gaat tot de 21 punten. Wel is een puntenverschil van 2 vereist. Is dit niet het geval dan is sprake van een verlenging tot ten hoogste 30 punten. Een stand van 20-20 is dus niet mogelijk omdat het puntenverschil slechts 1 is, er moet worden doorgespeeld tot 20-22. Een stand van 29-30 is wel mogelijk.
Om een punt te maken hoef je niet aan service te zijn. Elke rally leidt tot een punt. Er zijn verschillende manieren op een punt te maken:
- De shuttle raakt de grond aan de kant van de tegenpartij op of binnen de lijnen van het speelveld;
- De tegenpartij slaat de shuttle in het net, tegen het plafond of buiten de lijnen;
- De tegenpartij slaat de shuttle voordat de shuttle over het net is of de tegenpartij raakt het net (net-fout);
- De tegenpartij raakt de shuttle dubbel.
Vice versa kost het jou een punt als jij (of je medespeler) een van de bovengenoemde fouten maakt.
Let
Soms is het nodig om een rally opnieuw te spelen. Dit kan het geval zijn indien niet duidelijk is of de shuttle binnen of buiten de lijnen van het veld is gevallen. Ook wanneer het spel wordt verstoord door bijv. een shuttle van anderen moet de rally opnieuw worden gespeeld.
De officiële spelregels zijn hier te vinden.